Begin juni ontvingen de Nederlandse Kamerleden een brief van de minister van Financiën Kaag dat men vanuit de Europese Unie bezig is met het ontwerp van een digitale euro en dat het huidige liberale regime, met een aantal mitsen en maren, positief staat tegenover deze nieuwe munt. In de digitale euro ziet het ministerie een aanvulling op bestaande vormen van geld en betalingsinfrastructuren; niet ter vervanging hiervan.
Uit een rapport van de Europese Central Bank over deze kwestie blijkt dat, concreter gesproken, het gaat over een centrale bank digitale munteenheid, een digitale Euro, die gaat draaien binnen het bestaande Eurosysteem. Het wordt volgens de schrijvers van het rapport; veilig geld, zal verdere innovatie stimuleren, een algemene kostenreductie teweeg brengen en zorgen voor het terugdringen van de ecologische voetafdruk voor geld en betalingssystemen.
Het zal dus een aanvulling worden op de bekendste bestaande vormen van geld, contant geld (publiek, chartaal geld) en banktegoeden (privaat, giraal geld). Contant geld is een claim op de centrale bank, terwijl een banktegoed een claim is op een commerciële bank. Een digitale euro is een nieuwe, digitale vorm van contant geld: een digitale claim op de centrale bank. Consumenten en bedrijven kunnen met de digitale euro betalingen doen.
De sturende partijen zien de ontwikkeling van een digitale euro als een reactie op de recente, bredere digitalisering van geld. Die digitalisering zou gepaard gaan met allerlei nieuwe gebruiksmogelijkheden. De Europese Commissie heeft inmiddels al een raadpleging gehouden over de digitale euro, gericht op marktpartijen en toezichthouders en een wetgevend voorstel van de Europese Commissie wordt in 2023 verwacht.