In oktober 2019 werd voor een grote publiek duidelijk dat er onder de Nederlandse boeren grote onvrede is over de beleidskeuzes van het liberale regime. Toen reden duizenden boeren met hun trekkers naar Den Haag en wisten in het hele land enorme opstoppingen op het weggenet te veroorzaken, waardoor iedereen wel moest luisteren naar de kritieken van de boeren. Ze laten zich niet zomaar van hun land jagen, wel in de steek gelaten door de traditionele partijen en eigen belangenbehartigers.
De afgelopen weken laaiden de protesten opnieuw op toen minister Christianne van der Wal de nieuwe stikstofplannen naar voren bracht, de stikstofuitstoot zou met 70 procent worden teruggedrongen in 131 gebieden, vlakbij wat men noemt kwetsbare natuur, met grote gevolgen voor de boeren en hun boerderijen. Het gaat over het terugbrengen van de stikstofdepositie, dus het neerslaan van stikstof op de bodem en in het water van reactieve stikstofverbindingen uit de lucht. Het gaat om stikstofoxiden van verkeer en industrie en ammoniak van de landbouw.
Onze natuur zou ernstig worden aangetast door de dagelijkse bedrijfsvoering van boeren. Vandaar dat er vanuit het ministerie versnellingsplannen zijn om stikstof te reduceren en daarmee denkt men de kwaliteit van natuur en water te verbeteren. Met het aanwijzen van specifieke gebieden en specifieke stikstofbelasting die er is toegestaan, het opkopen van boerenbedrijven, subsidies, beloningen voor boeren die hierin meegaan, gaan de ambtenaren voortvarend aan de slag.
Er is daarop fundamentele kritiek, dat de natuur moet worden verbeterd en een overheid die dat probeert door de stikstofuitstoot te verlagen. De uitkoop van boeren gaat niet helpen en over enkele jaren worden ook ander bedrijfstakken het slachtoffer. Net zolang tot Nederland compleet ten gronde is. Er zijn immers geleerden, die zeggen: als alle mensen en bedrijven uit Nederland weg zijn dan nog is de stikstofuitstoot te groot door wat uit het buitenland komt overwaaien.