Eind mei betoogde de nationalistische actiegroep Voorpost in Amsterdam bij de Afrikadag van het Tropenmuseum. De groep vroeg daar aandacht en poogde de bezoekers te informeren over het grootschalig geweld in Zuid-Afrika waarvan de blanke boeren, ook wel Afrikaners genoemd, het slachtoffer zijn. Volgens de actiegroep wordt dit geweld, dus specifiek tegen de blanke boeren, ook wel bekend als de plaasmoorde verzwegen door de systeempers, daarom is in de Nederlandse maatschappij over deze misstand weinig bekend.
Cijfers geven de actiegroep gelijk en beelden en verhalen in de kleinere Afrikaanstalige pers in het land bieden informatie over het geweld tegen blanke boeren. Er zijn zo ongeveer 2000 doden gevallen op de erven van boeren sinds de systeemwisseling in de jaren negentig. Het extreme geweld waarmee deze aanvallen gepaard gaan en de gevolgen voor gewone gezinnen die daar boeren, zorgt regelmatig voor nationale en internationale ophef.
Bij de verdere politieke situatie van het land, economisch en sociaal, valt op dat Zuid-Afrika de laatste tien jaren achteruit gaat. Het land is niet langer meer de grootste economie van het Afrikaans continent en is ingehaald door Egypte en Nigeria. De problemen waarmee de infrastructuur, zoals wegen, bruggen, pijpleidingen en met name het elektriciteitsnet - van het landen van doen heeft, door bijvoorbeeld overstromingen, baren zorgen. Daarnaast stellen corruptie, veelvuldige rellen en nasleep van de covid-problematiek het land op de korte termijn voor de nodige uitdagingen.
Toch wordt door de critici het meest gewezen op de in veel beschrijvingen niet meegewogen sociale veiligheid, een overheid die niet langer mensen kan beschermen tegenover losgeslagen criminaliteit. Schrijver Dan Roodt wees deze week nieuwsgierigen op enkele statistieken, namelijk de 67.6 moorden per dag, 153 verkrachtingen, 364 diefstallen en 36 ontvoeringen. Is de criminaliteit wellicht het grootste probleem voor de stabiliteit van het land?